7.1 B (Breathing)

 Vervolgens wordt er gekeken of er ventilatie is. Als de patiënt niet ademt, wordt hij beademd onder handhaving van de manuele fixatie van de cervicale wervelkolom. Aan alle patiënten wordt na het vrijmaken van de ademweg zuurstof gegeven, ook bij een ogenschijnlijk goede ventilatie. Na zuurstoftoediening wordt de cervicale wervelkolom geïmmobiliseerd met behulp van een nekspalk. Desondanks dient manuele fixatie gehandhaafd te worden tot een complete fixatie met hulpmiddelen is verkregen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb