3.Gevaren voor kind bij trauma
De uterus is vergelijkbaar met een opgeblazen ballon. Met de uterus zal, uitzonderingen daargelaten, met een stomp-buik trauma niet veel gebeuren. Uiteraard is penetrerend trauma zeer gevaarlijk voor de uterus omdat deze het eerst geraakte orgaan in de buikholte is. Scheuringen of bloedingen in de uterus zullen leiden tot het overlijden van het kind.
De uterus is een 'secundair' orgaan en zal bij de minste tekenen van shock gaan decompenseren. De placenta is tegen de uteruswand vergroeid door vele kleine bloedvaten. De placenta zou men in deze kunnen vergelijken met een boterham met pindakaas die tegen de binnenkant van de ballon is geplakt. Wanneer men met de vinger aan de buitenkant van de ballon ofwel de uterus zou gaan prikken, zal er met de ballon zelf niets gebeuren. De boterham met pindakaas (placenta) zou echter onherroepelijk (gedeeltelijk) loslaten. De bloeding die hierbij kan ontstaan resulteert in het loslaten van de placenta (solutio placenta). De doorstroming van bloed van de moeder naar het kind stopt, waardoor het kind zou overlijden. Uiteraard is deze aandoening ook voor moeder zeer gevaarlijk. Het kind zelf kan ook 'direct' door de inwerkende krachten geraakt worden.
In het eerste trimester ziet men dat het kind nog beschermd wordt door het bekken. Er is ruim vruchtwater aanwezig en dit heeft een dempende werking. Naarmate het kind groeit zal het boven het bekken uitstijgen. Het volume vruchtwater neemt af omdat het kind groeit. De dempende werking van het vruchtwater zal dus afnemen.
Tegen het einde van de zwangerschap is er minimaal vruchtwater aanwezig. Het kind is met zijn onderlijf ruim boven het bekken uitgegroeid en is met zijn hoofdje richting het baringskanaal gedaald.
Het probleem van deze 'indaling' is dat het kind als het ware gefixeerd is. Krachten van buitenaf zullen direct op met name hoofd, nek en schouders van het kind inwerken.
Trauma's die bij het kind kunnen ontstaan door bijvoorbeeld deseleratietrauma in combinatie met het verkeerd dragen van de gordel, zijn schedelletsel, intracraniële bloedingen, clavicula (sleutelbeen) fracturen en CWK-letsel. Uiteraard hebben wij als preklinische hulpverleners geen zicht op deze trauma's.

Maak jouw eigen website met JouwWeb